Pruim

Soorten

De keuze aan pruimenrassen is erg groot geworden, er is een grote diversiteit ontstaan aan maten, vormen, kleuren en smaken door kruisen en selecteren. Zo zijn er grote eivormige pruimen met stevig vruchtvlees, tot kleine ronde pruimen met heerlijk zacht vruchtvlees. Welk pruimen ras u ook kiest, één ding hebben ze wel allemaal met elkaar gemeen, het zijn heerlijk zoete en sappige vruchten, die zich goed laten eten direct uit de hand.
Er is een ruime keuze aan maten van pruimenbomen, de allerkleinste zijn zelfs prima in pot of bloembak te kweken, zodat we deze goed kunnen toepassen op een balkon of terras.
Bij deze ‘miniatuurboompjes’ is overigens de groeiwijze van de pruimenboom klein, de maat van de vruchten is normaal.

De laagstam pruimenboom is geënt op een lage onderstam. Hierdoor zullen de takken vrij snel boven de grond gaan vertakken. Deze laagstammen lenen zich erg goed voor het laten groeien tot een struikvorm. Als leiboom-fruit zijn de laagstammen prima geschikt. De lage takken kunnen we makkelijk leiden langs draad, tegen een schutting of tegen een muur.

De halfstam pruimenboom is geënt op een onderstam van ongeveer 1 meter en vanuit die ent plaats zal de vertakking van de boom gaan beginnen. Deze bomen zijn door snoei, goed redelijk klein te houden, daardoor uitermate geschikt om te gebruiken in een wat kleinere tuin. Door hun lagere groei zijn ze makkelijk te onderhouden en te oogsten, hier hebben we geen ladder bij nodig.

Een hoogstam pruimenboom zal vanuit de ent plaats (op 160 tot 180 cm hoogte) gaan uitgroeien tot een sierlijke middelgrote boom, die in het voorjaar vol schitterende bloesem zit. Later in dat jaar oogst u overheerlijke vruchten.

Bestuiving

Bijna alle pruimenbomen zijn goed zelfbestuivend.  Het volstaat dus, om één pruimenboom aan te planten in uw tuin. (op een paar uitzondering na gelaten). Welke pruimenrassen hierop een uitzondering zijn, vindt u op de pagina van het desbetreffende pruimenras.

Standplaats

De pruimenboom zal prima groeien op een plaatsje in de zon tot halfschaduw. De vruchten worden echter wel smakelijker en zoeter als deze méér zonlicht ontvangen, de vruchtsuikers worden namelijk aangemaakt onder invloed van zonlicht. Hoe meer zon de vrucht ontvangt hoe zoeter deze kan gaan worden.
De grond waar we de boom in planten, moet bij voorkeur voedzaam zijn. Het dragen van zo’n hoeveelheid vruchten vraagt veel voeding. De grond mag in de zomer niet uitdrogen, er is een redelijke hoeveelheid vocht nodig, voor deze sappige vruchten te verkrijgen.

Onderhoud

Pruimenbomen zijn stevige groeiers en het is dan ook belangrijk om deze jaarlijks goed te snoeien. De hoofd snoei doen we aan het einde van de winter, als de kans op strengere vorst voorbij is. We snoeien de bomen zó,  dat een open en mooi verdeelde kroon aan takken ontstaat, die vooral niet té vol is. De pruim draagt namelijk erg veel vruchten en als er té veel takken in een boom zitten, zal dit alleen maar te veel en daardoor té kleine vruchten tot gevolg hebben. Bij sommige pruimenrassen dunnen we de vruchten zelfs uit in het voorjaar. Een gedeelte van de vruchten halen we dan vroegtijdig weg, zodat de vruchten die achterblijven, wel kunnen uitgroeien tot grote en smakelijke vruchten.
Eventueel snoeien we de pruimenboom óók nog eens in de zomer, als er te veel scheuten zijn ontstaan. Het doel van deze zomer-snoei is om het zonlicht de kans te geven tot ín de plant door te dringen, zodat deze de vruchten kan bereiken om lekker zoet te worden.

De pruim is een makkelijke fruitboom die voor iedereen geschikt is om te kweken. Heeft u een plekje in de tuin, dan is het een echte aanrader.Het is een boom met overdadige en mooie bloei, die gevolgd zal worden door een grote hoeveelheid heerlijke, sappige vruchten die zó van de boom gegeten kunnen worden.