Nieuw-Zeelandse mirte (Lophomyrtus)
Ontwikkeling
Deze middelgrote struik, Nieuw Zeelandse Mirte, groeit gestaag en kan een hoogte van 1 tot 2 meter bereiken, met een vergelijkbare spreiding. Lophomyrtus is geschikt voor gemengde borders, als opvallend solitair accent of als deel van een haag.
Standplaats
Lophomyrtus geeft de voorkeur aan een zonnige of halfschaduwrijke locatie met een goed doorlatende, vruchtbare bodem. De plant houdt van een enigszins beschutte positie, vooral in gebieden met koude, gure winden. Lophomyrtus is matig winterhard en kan wat bescherming nodig hebben in koude klimaten, vooral wanneer vorst dreigt.
Groei
Deze Nieuw Zeelandse Mirte kenmerkt zich door een dichte groeiwijze met glanzende bladeren die variëren van groen tot bont, en soms met roze of rode tinten, afhankelijk van de soort en de seizoenen.
Bloei
Lophomyrtus produceert in de zomer kleine, onopvallende bloemen, die echter bijdragen aan de sierwaarde van de plant.
Bessen
Na de bloei van de Nieuw-Zeelandse Mirte verschijnen er aantrekkelijke, soms felgekleurde bessen die een voedselbron kunnen vormen voor vogels en een visueel aantrekkelijk aspect toevoegen aan de struik.
Verzorging
De Lophomyrtus vereist matig water en reguliere bemesting, vooral in het groeiseizoen, om een gezonde ontwikkeling te waarborgen. Droogte dient vermeden te worden voor jonge planten.
Snoei
Snoei kan worden toegepast om de vorm te behouden of om de Lophomyrtus te verjongen, bij voorkeur in het late winterseizoen of na de bloei.
Conclusie
Lophomyrtus, de Nieuw Zeelandse Mirte, is een veelzijdige struik die zowel door zijn bladkleur als zijn vorm een dynamisch element toevoegt aan de tuin, met relatief eenvoudig onderhoud en een aantrekkelijk jaarrond uiterlijk.