Dovenetel (Lamium)
De naam "dovenetel" in het Nederlands is afgeleid van het feit dat de inheemse soort op een brandnetel lijkt maar geen brandharen heeft. Het woord "doof" komt uit het Oudnederlands en betekent "uitgedoofd" of "niet prikkend".
De dovenetels die we in tuinen gebruiken, zijn het resultaat van selecties en kruisingen van verschillende Lamium-soorten. Deze planten zijn allemaal half-wintergroen, wat betekent dat ze in een soort winterrust gaan, maar dat de bladeren bovengronds aanwezig en zichtbaar blijven.
Ze fungeren als uitstekende bodembedekkers en kunnen snel grote delen van uw tuin bedekken, waardoor onkruidzaden worden tegengehouden.
Dovenetels hebben twee belangrijke sierkenmerken. Allereerst zijn er de semi-wintergroene bladeren, die in verschillende kleuren en vormen worden gekweekt. Sommige soorten hebben kleinere bladeren, terwijl andere grotere bladeren hebben. De bladeren vertonen vaak bonte kleuren, met vlekken, randen of zelfs een geheel witte uitstraling.
Wat betreft bloemkleuren variëren ze van geel tot paarsroze en wit. De bloemen zijn klein en verschijnen in trosjes net boven de bladeren. Ze bloeien in april en gaan door tot juni, en sommige soorten hebben zelfs een nabloei in de late zomer.
Dovenetels gedijen het best op plekken met halfschaduw, maar ze verdragen ook wat meer schaduw. De grondsoort is niet erg kritisch, zolang deze maar voedzaam en goed doorlatend is. Het is echter raadzaam om de grond niet volledig te laten uitdrogen, vooral tijdens warme zomerperioden.
Dovenetels (Lamium) zijn uitstekende keuzes voor het bedekken van schaduwrijke gebieden in uw tuin, maar ze kunnen ook goed dienen aan de voorkant van een bloembed. Ze zorgen snel voor een dichte groei met half-wintergroene bladeren en zijn gemakkelijk in onderhoud. Zo zullen ze jarenlang zorgen voor een prachtige kleurenpracht in uw tuin.